Leaseauto door partner in de prak

Uit onderzoek blijkt namelijk dat haar partner een cannabisproduct heeft gebruikt waardoor zijn rijvaardigheid mogelijk negatief is beinvloed. De werkgever vindt dat de vrouw de schade moet vergoeden. Hij baseert zich primair op een onrechtmatige daad en subsidiair op de verplichtingen voortvloeiend uit de arbeidsovereenkomst van de werkneemster. Volgens hem is het onrechtmatig dat de vrouw de autosleutels op een plaats liet liggen waar ook haar partner bij kon. De kantonrechter oordeelt dat bij de toetsing van een onrechtmatige daad de beperking van aansprakelijkheid van art. 7:661 BW moet worden betrokken. In dat geval is het relevant dat gesteld noch gebleken is dat de vrouw ermee bekend was dat haar partner cannabisproducten gebruikte en daardoor niet in staat zou zijn een auto naar behoren te besturen. Ook is niet gesteld of gebleken dat de partner al eerder wegens dit gebruik en/of wegens verkeersongevallen waarbij van dergelijk gebruik sprake was, met de politie in aanraking is geweest. De kantonrechter is van oordeel dat er geen sprake is van schade die door de werkneemster is veroorzaakt in de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Daarom is toetsing aan art. 7:661 BW niet aan de orde. Ook kan niet gezegd worden dat de vrouw zich onrechtmatig heeft gedragen door de autosleutels op een plaats te laten liggen waar ook haar partner bij kon. Op grond van de geldende leaseautoregeling mocht zij leden van haar gezin in de auto laten rijden zonder dat zij daarbij aanwezig was. Zij heeft de regeling van de werkgever dus niet overtreden en dus niet in strijd met art. 7:611 BW (goed werknemerschap) gehandeld. De vordering wordt afgewezen.