Pallet valt op voet

De vrouw gaat nog enige tijd zittend door met haar werk, maar meldt zich aan het eind van de werkdag ziek. Dezelfde avond nog bezoekt ze haar huisarts. In haar voet ontstaat daarna dystrofie, met als gevolg dat zij haar rechterbeen niet meer kan belasten. Zij stelt haar werkgever aansprakelijk voor de gevolgen van het ongeval. De kantonrechter wijst de vordering af, omdat hij van oordeel is dat de werkgever niet in zijn zorgverplichting is tekortgeschoten. De vrouw gaat in beroep. Het gerechtshof bespreekt eerst het verweer van de werkgever. Dat komt erop neer dat niet is aangetoond dat het ongeval tijdens de uitoefening van de werkzaamheden is gebeurd. Dat verweer wordt door het hof verworpen. Twee leidinggevenden hebben immers verklaard dat de vrouw bij hen heeft gemeld dat zij haar been bezeerd had en ook staat vast dat de vrouw die avond haar huisarts heeft bezocht. Die heeft haar vervolgens naar een reumatoloog doorverwezen. Voor wat betreft de zorgplicht overweegt het hof dat niet is weersproken dat het tot de taak van de vrouw behoorde om lege pallets, die een gewicht van 25 kilo hebben, op te ruimen. Daarnaast moest zij blikken verf van 10 kilo in de schappen zetten. Dit werk bracht het risico met zich dat een zwaar voorwerp - een pallet of blik verf - op haar voeten zou vallen. Aan de vrouw zijn echter geen veiligheidsschoenen verstrekt, terwijl de werkgever dergelijke schoenen wel verstrekte aan personeel in het magazijn, aan personeel dat met zware onderdelen werkt en personeel dat uitsluitend afgeleverde goederen in ontvangst neemt. Daarmee is de werkgever tekortgeschoten in zijn zorgplicht. Daar komt bij dat de werkgever geen RI&E heeft overlegd, hoewel er een advies van de arbodienst was over het dragen van veiligheidsschoenen. De werkgever is daarom aansprakelijk voor de schade.