Zorgplicht nagekomen, ondanks overtreding arbonorm

Zij betreden in oktober 2010 samen een roostervloer boven het parkeerdek om de lekkage van bovenaf te bekijken en te fotograferen. Op enig moment zakken zij door het rooster en komen drie meter lager op een betonnen vloer terecht. Beiden lopen letsel op: de inlener een gebroken knieschijf waarvoor hij vier dagen in het ziekenhuis ligt. De monteur bekoopt zijn val met een hoofdwond, ingezakte ruggenwervels en twee kapotte hielbenen. Hij ligt drie dagen in het ziekenhuis, revalideert langdurig en verricht sinds augustus 2011 aangepast werk. Uit onderzoek blijkt dat het T-staal, waarop de roostervloer lag, te licht was uitgevoerd. Ook waren de ankers enigszins gecorrodeerd. Daardoor was de kans op uitbreken van de betonvloer vergroot, hetgeen ook is gebeurd. De werkgever van de monteur stelt de inlener aansprakelijk en vordert schadevergoeding van het netto betaalde en nog te betalen loon. De werkgever baseert zijn vordering op art. 7:658 BW (nakoming van de zorgplicht) en art. 3:28 lid 1 Arbobesluit (stabiliteit en stevigheid vloer), omdat niet is gezorgd voor een veilige arbeidsvloer. Volgens de rechtbank kan een inlener op grond van art. 7:658 BW aansprakelijk zijn voor de schade van de ingeleende monteur, tenzij hij aantoont dat hij zijn zorgplicht is nagekomen. Het Arbobesluit bepaalt dat werkplekken, die niet op de begane grond zijn gesitueerd, stabiel en stevig moeten zijn. Door het gegeven dat het rooster losraakte en naar beneden viel, staat vast dat niet aan deze verplichting is voldaan. Het feit dat een arbonorm is overtreden, betekent echter nog niet dat inlener zijn zorgplicht niet is nagekomen. Hiervoor is vereist dat inlener ook tekort is geschoten in het treffen van de nodige veiligheidsmaatregelen. De vraag is wat die maatregelen hadden moeten zijn. Het betrof een gemeentelijke parkeergarage, een werkplek waarover de inlener zelf geen zeggenschap had. Er was opdracht gegeven, de roosters schoon te maken. Die waren eenvoudig toegankelijk voor omwonenden die dat ook deden om de bloembakken water te geven. Er was daarom geen gevaar te duchten. Omdat niet voorzienbaar was dat het rooster onvoldoende draagkracht had, kan in redelijkheid niet van de inlener worden verlangd dat hij maatregelen moest nemen die het ongeval had kunnen voorkomen. De vordering wordt afgewezen.

Dit artikel lezen?

Neem een abonnement en:

  • Krijg onbeperkte toegang tot ruim 1.500 praktische artikelen
  • Blijf up-to-date met ons laatste nieuws over trends, wetgeving en jurisprudentie
  • Blijf geïnspireerd én voorbereid door praktijkcases en -verhalen