Ankers, kabels en stoplichten

Na het nodige 'brainstormen' bedacht het bedrijf een systeem van met lijnen gefixeerde bevestigingspunten waaraan de monteurs zich kunnen vastlijnen. Dit systeem wordt in twee fases aangebracht, omdat de monteurs aan de ene kant van de nok beginnen en aan de andere kant eindigen. Eerst leggen de monteurs met behulp van een ladder, of eventueel een panladder, drie touwen over het dak, die ze op de nok vastzetten via een ankervermenigvuldiger. Op de grond bevestigen ze de lijnen via een lijnopkorter aan 1 meter lange grondankers met een diskdiameter van 20 centimeter die 85 centimeter in de grond zijn gedraaid. Vervolgens lijnen de monteurs zich met een veiligheidslijn of valstopapparaat vast aan de ankervermenigvuldiger (zie figuur 1). Zodra de monteurs aan de andere kant van de nok moeten zijn, spannen zij opnieuw twee touwen tussen een bevestigingspunt op de nok en twee grondankers. Vervolgens maken ze een van de eerder gespannen touwen los en verbinden ze dat via een lijnopkorter aan de tweede ankervermenigvuldiger (zie figuur 2). Als het hele systeem is opgetuigd, kunnen de monteurs zich aanlijnen aan de twee bevestigingspunten en aan het noktouw. Dat laatste is noodzakelijk omdat de monteurs van de ene kant van de nok naar de andere kant moeten kunnen. Als de twee bevestigingspunten verder dan vijftien meter uit elkaar liggen, worden daartussenin twee extra verticale touwen geplaatst. Die voorkomen dat het noktouw bij een eventuele valpartij te ver gaat doorhangen. De verankeringsvoorzieningen voldoen aan de norm NEN-EN 795 Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen vallen - Verankeringsvoorzieningen - Eisen en beproeving.