Een brug tussen huisarts en bedrijfsarts

De problemen die zich voordoen bij arbocuratieve samenwerking, zijn onder te verdelen in vier groepen: praktische, structurele, juridische en sociaalpsychologische knelpunten. Praktische knelpunten hangen veelal samen met tijd en bereikbaarheid. Veel professionals zijn gewend om autonoom beslissingen te nemen. Overleggen met een andere partij kost simpelweg meer tijd en die wordt soms niet vergoed. Bovendien weet men vaak niet waar en hoe de ander te bereiken is. Dit geldt vooral voor huisartsen of paramedici die in overleg willen treden met een bedrijfsarts. Veel werknemers weten immers niet eens wie hun bedrijfsarts is. En ook als dit wel bekend is: een goedwillende huisarts of fysiotherapeut die een bedrijfsarts probeert te bellen en na vier pogingen nog niet 'beet' heeft, raakt gefrustreerd. Dan een structureel knelpunt. In Nederland is er ruim een eeuw geleden afgesproken dat er enerzijds behandelende artsen zijn en anderzijds artsen voor de controle (nu: begeleiding) van (zieke) werknemers. Deze scheiding tussen bedrijfsartsen en huisartsen is destijds vastgelegd. Tussen deze groepen bestaan bovendien statusverschillen. Curatieve artsen staan 'hoger' dan bedrijfsartsen (en ook dan paramedici). Door deze pikorde zoeken 'hoger geplaatsten' vaak geen samenwerking met 'lager geplaatsten' en meent men het wel alleen te kunnen.