Licht op de zaak

De benodigde sterkte van lichtbronnen hangt af van de hoeveelheid licht dat via vensters en andere ruimten binnenkomt. Verder spelen de noodzaak om details waar te kunnen nemen en bijvoorbeeld de leeftijd van de werknemer een rol. In een omgeving waar de oogtaak niet van groot belang is, bijvoorbeeld trappenhuizen, past een hoeveelheid licht tussen de 10 en 200 lux. De waarneming van contouren en kleuren bij zo'n laag verlichtingsniveau is beperkt. Om te kunnen lezen of details onderscheiden, is aanvullend licht nodig. Voor normale werkverlichting bevindt het verlichtingsniveau zich tussen de 200 en 800 lux. Ons prestatieniveau neemt trouwens niet recht evenredig toe met de hoeveelheid licht.