Niet vinken maar vonken

De bve-sector heeft de afgelopen jaren de Partituur© ingezet, een werk- en denkmodel over de kwaliteit van arbeid. Kern van dit model is de dialoog met mensen over henzelf en de organisatie. Het heeft als uitgangspunt dat de ervaren kwaliteit van arbeid ontstaat vanuit de beoordeling van vier domeinen, de 'vensters' waarin individu en organisatie zich tot elkaar verhouden. Dat zijn condities voor arbeid, draagkracht, verbondenheid en cultuur (zie figuur 1). Het model omvat zowel 'hardere' als 'zachtere' aspecten van individu en organisatie. Essentieel onderdeel is het proces van betekenisgeving* [1] . Het individu beoordeelt de kwaliteit van arbeid vanuit de betekenis die hij steeds opnieuw geeft aan het samenspel, aan de synthese van de verschillende vensters. Is mijn kwaliteit van arbeid een vier of een acht waard, of ben ik tevreden met een zes? Op basis van dit oordeel neemt het individu verantwoordelijkheden en maakt hij keuzes - zowel op individueel als op organisatieniveau. De vier vensters geven houvast en richting aan de verandering. Moeten we iets doen aan de inhoud van het werk, aan de omstandigheden, aan het versterken van vaardigheden of aan de heersende cultuur? Willen we hier eigenlijk nog wel werken? De kunst is het gesprek daarover op een goede manier te voeren en steeds te toetsen of het 'psychologische'- en/of arbeidscontract tussen individu en organisatie, werkgever en werknemer, nog voldoende op elkaar zijn afgestemd.