Toch is het begrip bevlogenheid in de psychologie en in het management aan een opmars bezig. De bron van deze ontwikkeling ligt bij de Amerikaanse psychologen Martin Seligman en Mihaly Csikszentmihalyi, die gezien worden als de activatoren van de positieve psychologie* [1] . Zij bepleitten in het jaar 2000 een psychologie met als primaire taak: begrijpen waarom het leven waard is om geleefd te worden. Waarom zijn werknemers gelukkig en tevreden? Hun boodschap was ook: gelukkig zijn en optimistisch in het leven staan kun je leren. In 2001 schreven de Utrechtse A&O-psychologen Schaufeli en Bakker een pleidooi voor een positieve benadering in de arbeid- en organisatiepsychologie* [2] . Zij concludeerden dat de gangbare A&O-psychologie vooral gericht is op de oorzaken van ongezondheid, onwelbevinden, burnout, stress en verzuim, en dat het tijd werd meer aandacht te besteden aan de oorzaken van plezier in het werk, tevredenheid met het werk, vitaliteit/energie en identificatie met het werk of 'commitment'. We zijn vijf jaar verder en hun oproep is gedeeltelijk geslaagd. Genoemde auteurs hebben inmiddels de zogenaamde 'engagement'-vragenlijst ontwikkeld, die bevlogenheid in het werk meet. De vragenlijst is uitgetest in Spanje, Finland, Japan en Zuid-Afrika. De relatie die de makers van het meetinstrument* [3] leggen tussen bevlogenheid en stimulerende werkkenmerken als bijv. autonomie, wordt door andere onderzoekers overgenomen. Japans onderzoek laat zien dat bevlogenheid enerzijds is gerelateerd aan een actieve wijze van omgaan met problemen in het werk ('problem solving coping'), en anderzijds aan effectmaten als arbeidstevredenheid en werkprestaties. Een Zuid-Afrikaanse studie toont aan dat bevlogenheid deels samenhangt met persoonskenmerken als extraversie en emotionele stabiliteit. Ook in heel recent Nederlands onderzoek* [4] wordt de sterke relatie tussen bevlogenheid en persoonskenmerken, met name een lage mate van neuroticisme, een hoge mate aan extraversie en een hoge mate van 'beweeglijkheid' (denk hierbij aan de het vermogen veel dingen achter elkaar te doen). Het is dus mogelijk dat er sprake is van een 'bevlogen persoonlijkheid', maar kenmerken in het werk spelen zeker ook een stimulerende rol.