Bij werkgerelateerde sterfte wordt al snel aan arbeidsongevallen gedacht. Op zich een logische gedachte. Ongevallen, zeker dodelijke, zijn zeer ingrijpende gebeurtenissen die niet zelden de pers halen. Dit geldt te meer voor overvallen met dodelijke slachtoffers, die in Nederland zo'n tien keer per jaar voorkomen. Bovendien hangen arbeidsongevallen voor honderd procent samen met het werk, en de statistiek is behoorlijk betrouwbaar (al worden bijvoorbeeld slachtoffers die eerst een maand in het ziekenhuis hebben gelegen en dan alsnog sterven, zelden gemeld aan de Arbeidsinspectie). Kortom, meerdere redenen waarom veel aandacht uitgaat naar dit soort veiligheidsrisico's. Het aantal doden door arbeidsongevallen en geweld is echter slechts het topje van de ijsberg. Volgens de cijfers van de ILO zijn dodelijke ongevallen en geweld verantwoordelijk voor zeventien procent van het totaal aantal sterfgevallen. Voor westerse landen ligt dit percentage volgens de ILO-statistiek nog veel lager: op zo'n vijf procent. Aangezien in Nederland zeker 115 doden zijn toe te schrijven aan ongevallen en overvallen, komt een vertaling van de ILO-cijfers naar de Nederlandse situatie al aardig in de buurt van de 2500.