Slangen en tandriemen

Tijdens werkzaamheden van een gevelbedrijf op een afgezet bouwterrein wordt er uit een kelder water weggepompt. De slang (met aan het uiteinde een metalen koppelingsring) ligt tot buiten de hekken van het bouwterrein en eindigt op de openbare weg. Als een passerende vrachtwagen per ongeluk over de koppeling rijdt, komt die tussen de wielen terecht. De slang wordt meegetrokken, evenals de bouwhekken. Een van die hekken ramt een stapel liftgeleiders die gaan schuiven. Met als gevolg dat een daar werkende liftmonteur zijn been breekt. De werkgever van het gevelbedrijf wordt vervolgd, omdat hij niet heeft voorkomen dat er gevaar voor derden ontstond. De slang had binnen de hekken moeten blijven of had duidelijk gemarkeerd moeten worden. De economische politierechter ziet de liftmonteur als een derde. Die valt daarmee onder de beschrijving van art. 10 Arbowet '98.