Arbobesluit: nog minder regels?

Was het maar zo simpel. Vereenvoudiging van wetgeving wordt beperkt door Europese regelgeving. Zo geeft bijvoorbeeld de richtlijn Chemische agentia (98/24/EG) regels over het omgaan met gevaarlijke stoffen op het werk. Het ministerie van SZW wil weten hoe de SER denkt over het al dan niet wettelijk vastleggen van de regeling Aanvullende Risico Inventarisatie en Evaluatie. Deze ARI&E-regeling (Arbobesluit, art. 2.5 e.v. en Arboregeling, art. 2.0 e.v.) is een aanvulling op de standaard RI&E die elke onderneming moet hebben, en geldt voor ongeveer 300 bedrijven die met gevaarlijke stoffen werken. De minister van SZW wil deze regeling meer in lijn brengen met de nieuwe Arbowet die vorig jaar van kracht werd. In die wet heeft de overheid zich zo veel mogelijk beperkt tot het vastleggen van de doelen van het arbobeleid. Het is aan de sociale partners onderling om af te spreken hoe ze die doelen het beste kunnen bereiken. De ARI&E-regeling bevat echter nog gedetailleerde middelenbepalingen en de minister wil van de SER weten of die nog steeds nodig zijn. Op zich is er niets mis met een adviesaanvraag aan de SER. Het streven naar minder regels is een politieke keuze, maar de mogelijkheden zijn beperkt. Dat ligt niet alleen aan de Europese richtlijnen. Veel risico's op het werk, vooral met gevaarlijke stoffen, hebben ook gevolgen voor de gebouwen in de omgeving. Die doen niet mee met dergelijke afspraken. Dat zou wel kunnen, in de vorm van een NTA, maar zeker niet in een arbocatalogus. Dan zou ook de Wet milieubeheer op de schop moeten om de belanghebbenden bij een gevaarlijkestoffenbeleid aan tafel te krijgen. Wat onder meer in de ARI&E-regeling staat, zijn aanwijzingen voor een intern noodplan. Die laten vervallen maakt de wettelijke situatie over de inbedding van de BHV in de regelgeving (zie het BHV-artikel in Praktijkblad Veiligheid 10) eerder onduidelijker dan duidelijker.