Bewijs in beeld

Een 23-jarige werkneemster van een sociale werkvoorziening kan wegens beperkte intellectuele mogelijkheden alleen eenvoudig werk doen in een duidelijke werksetting onder gespecialiseerde begeleiding. Dat gebeurt op de inpakafdeling onder gespecialiseerd toezicht met 120 werknemers in een ruimte. Vanaf eind 2006 worden in diverse kledingkastjes briefjes gevonden met zeer kwetsende en bedreigende teksten. Uit onderzoek blijkt dat de werkneemster daar misschien iets mee te maken heeft, maar zij ontkent dat ten stelligste. Omdat de briefjes doorgaan en de onrust op de afdeling groter wordt, verzoekt de directeur in een plenaire bijeenkomst met alle medewerkers dringend dat de dader zich meldt. Als dat binnen drie dagen gebeurt wordt de naam niet bekend gemaakt. Tegelijk waarschuwt hij dat het grote consequenties zal hebben als de dader later wel bekend zou worden. Niemand meldt zich en er worden in de maanden daarna geen briefjes meer gevonden. Eind september begint het echter weer. In overleg met de politie plaatst men een verborgen camera in de ruimte met de kledingkasten. Na het vinden van weer een briefje blijkt uit de videobeelden dat de werkneemster de dader zou kunnen zijn. Zij legt bij de politie een volledige bekentenis af. De werkgever vindt voortzetting van het dienstverband geen optie en biedt een andere arbeidsplaats aan bij een collega-werkvoorziening. De werkneemster weigert die, waarop de werkgever om ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoekt. De werkneemster ontkent vervolgens dat zij een bekentenis heeft afgelegd.