Tijdelijke projecten, wisselende teams en lange ketens maken toezicht in de bouw lastig. Wie is er aanwezig, wie is verantwoordelijk en wie beschikt over de juiste papieren? Die onduidelijkheid speelt mee bij ongevallen en ook bij handhaving, terwijl privacy en administratieve lasten steeds zwaarder wegen. Is de Bouwplaats-ID de ideale oplossing?
Het perspectief van de voorstanders
Voorstanders van de Bouwplaats-ID zien een praktisch hulpmiddel dat kan zorgen voor:
- Beter inzicht in aanwezigheid en rolverdeling op de bouwplaats.
- Snellere controle van certificaten en bevoegdheden bij risicovolle werkzaamheden.
- Meer transparantie in inleen- en ketenconstructies.
- Ondersteuning van toezicht en naleving van arbo- en arbeidsregels.
Volgens deze benadering ontbreekt het in de huidige praktijk vooral aan een eenduidig en sectorbreed overzicht, wat veiligheidsrisico's en misstanden in de hand kan werken.
Het perspectief van de overheid
In een recente Kamerbrief stelt het kabinet daar tegenover:
- Registratie garandeert niet automatisch veilig of eerlijk werk.
- De maatregel is ingrijpend vanwege de verwerking van persoonsgegevens.
- Het is onvoldoende onderbouwd dat de doelen niet met andere, minder vergaande middelen bereikt kunnen worden.
- Er bestaan al initiatieven in de sector, zoals poortinstructies, vrijwillige systemen en contractuele afspraken.
De conclusie is dat een allesomvattend, wettelijk verplicht systeem niet specifiek genoeg is voor de problemen die men ermee wil oplossen.
De vraag die blijft liggen
Tussen deze perspectieven blijft een belangrijke vraag onbeantwoord: welke vorm van registratie, controle of samenwerking draagt in de praktijk wél bij aan gezond en veilig werken op de bouwplaats?
- Wat draagt volgens jou in de praktijk nu echt bij aan veilig, gezond en eerlijk werken op de bouwplaats?
- Heb jij ervaring met (vrijwillige) registratie of andere oplossingen die goed werken?
- Waar loop jij tegenaan bij toezicht, registratie of handhaving?
Deel je ervaringen onder deze post op LinkedIn. Juist praktijkkennis kan helpen om dit debat verder te brengen.














