Casus vertrouwenspersoon: spijt van meelachen om foute grap

Vertrouwenspersoon Arnoud Kok biedt medewerkers een luisterend oor en een helpende hand. Deze keer Joop, die meelacht om een foute grap, daar direct spijt van heeft en dit wil rechtzetten.

Casus vertrouwenspersoon: spijt van meelachen om foute grap
Beeld: Shutterstock

Het MT-overleg van maandagochtend begon zoals altijd: volle mokken koffie, wat grappen over de nieuwe heftruck die eindelijk geleverd was, en iemand die zei dat de directeur er waarschijnlijk eerst zelf op wilde rijden. De toon was luchtig, iedereen op elkaar ingespeeld. 

De casus van Joop  

Totdat Ilse, afdelingsleider planning, haar voorstel toelicht voor een nieuwe roosterindeling. Ze wil de ploegendiensten beter laten aansluiten op de piekuren én op de thuissituaties van medewerkers. Nog voordat ze haar punt kan afronden, roept een collega over de tafel: "Straks krijgen we hier nog een vrouwenrooster, met extra pauzes voor mascara en maandelijkse storingen!" 

Er valt een korte stilte. Daarna volgt gelach – te hard, te lang. Ook Joop lacht mee. 

"Je wilt niet de enige zuurpruim aan tafel zijn," zegt hij later. "Maar toen ik haar gezicht zag, wist ik dat het mis was." Ilse kijkt strak voor zich uit en gaat verder, zakelijk en gehaast. De rest van het overleg verloopt stroef. Niemand haalt het meer in zijn hoofd om over de heftruck te grappen. 

Thuis blijftde opmerking doorJoops hoofd gaan. De lach klonk hol. Hij probeert het kleiner te maken: het was maar een grap, iedereen lachte. Maar juist daarin zit het probleem. De volgende ochtend mailt hij mij met de vraag of we kunnen afspreken. 

Het gesprek over erkenning 

Wanneer Joop tegenover me zit, kijkt hij strak voor zich uit. "Ik wist op dat moment precies dat het fout ging," zegt hij. "Ik lachte en deed niets." Hij vertelt hoe vanzelf het ging. Hoe iedereen meedeed. Hoe de stilte achteraf zwaarder woog dan de grap zelf. 

Ik vraag hem wat hij wil bereiken. "Ik wil dat ze weet dat ik het zag," zegt hij. "Dat ik beter had moeten handelen." We staan stil bij de kracht van erkenning. Hij hoeft niets uit te leggen, alleen eerlijk te zijn over wat hij voelde. Uiteindelijk schrijft hij zijn woorden op, oefent ze hardop, tot ze precies goed klinken: "Ik had iets moeten zeggen. Dat deed ik niet en dat spijt me." 

De ontmoeting met Ilse 

Twee dagen later belt Joop me. Hij klinkt rustiger. Het gesprek met Ilse is geweest. "Ze was eerst stil," vertelt hij. "Toen zei ze: 'Dank je. Ik dacht dat niemand het had gezien.'" Daarna spraken ze kort over hoe snel het ging, hoe vanzelf een lach kan volgen, zelfs als iets wringt. Joop merkte dat ze ontspande. Er kwam ruimte die er eerder niet was. 

Een week later brengt Joop het onderwerp zelf in tijdens de MT-vergadering. Zonder uitleg of namen zegt hij dat de toon van de vorige keer hem is bijgebleven. Dat ze beter kunnen dan dat. De tafel blijft stil. Na een paar tellen zegt de directeur: "Je hebt gelijk". 

Er wordt verder niets gezegd. Toch verandert er iets in de ruimte. 

Wat ik als vertrouwenspersoon zie 

Joop kwam niet naar me toe omdat hem iets was aangedaan, maar omdat hij zichzelf herkende in wat hij had laten gebeuren. Zijn schaamte vertelde genoeg: hij wist dat hij iets had laten passeren wat niet klopte. In ons gesprek ging het niet om herstel van imago, maar om het terugvinden van evenwicht. Soms is het al genoeg als iets hardop wordt uitgesproken. 

Het raakte aan iets groters: hoe makkelijk iets luchtigs kantelt in iets dat schuurt en hoe snel stilte daarover de norm wordt. Joop besloot dat niet te laten gebeuren. Dat bleek het begin van verandering. 

In het MT is de toon voorzichtiger geworden. Er is meer aandacht gekomen, minder reflex. Niet door beleid of afspraken, maar door één man die terug durfde te kijken. 

Over kuddegedrag met de directeur 

Een paar dagen later vertelt Joop dat hij het gesprek met mij heeft genoemd bij zijn directeur. Die luisterde en vroeg of hij mij kon spreken over wat er was gebeurd. Een week later zitten we samen aan tafel.  

De directeur zegt dat hij het gedrag van de groep herkent: het meelachen, het wegwuiven van spanning, het zoeken naar lucht wanneer iets ongemakkelijk voelt. "We bedoelen het nooit kwaad", zegt hij. "Maar ik zie nu dat dit geen excuus is." 

We spreken over hoe dit soort kuddegedrag ontstaat. Over tempo, druk, loyaliteit. Over de veiligheid die mensen zoeken in de groep, juist wanneer iets wringt. De directeur vraagt hoe hij dit kan doorbreken zonder de cultuur te verliezen. Ik stel voor om het klein te houden. Geen morele sessies, maar momenten van stilstand. Even blijven bij wat er gezegd is, in plaats van het meteen weglachen. De directeur knikt. "Dat moet ik aandurven", zegt hij. "Ook als het ongemakkelijk wordt." 

Tips 

  • Let op humor die iemand uitsluit. Lachen kan verbinden, maar ook isoleren. 
  • Een korte reactie ("Die komt niet lekker aan") kan al genoeg zijn om de sfeer te kantelen. 
  • Reflecteer als team regelmatig op toon en omgang: veiligheid groeit uit aandacht. 
Arnoud Kok

Arnoud Kok

Vertrouwenspersoon

Arnoud Kok is sinds 2015 gecertificeerd (extern) vertrouwenspersoon.

Wij willen Arbo-online elke dag verbeteren. Help je mee?