De werkgever heeft op grond van de Arbowet de verantwoordelijkheid en verplichting om zijn medewerkers te beschermen tegen ongewenste omgangsvormen op de werkvloer. Maar de werkgever mag zelf bepalen met welke maatregelen hij dat doet. En dat werkt niet altijd even goed. De verplichte vertrouwenspersoon was dan ook een lang gekoesterde wens van onder andere de Vereniging van vertrouwenspersonen.
Uitzondering voor kleine bedrijven
Ook regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag, Mariëtte Hamer, is er voorstander van dat elk bedrijf verplicht wordt een vertrouwenspersoon aan te stellen, hoe klein dat bedrijf ook is. Maar op aandringen van het CDA komt er toch een uitzondering voor bedrijven met minder dan tien werknemers. De reden is de flinke administratieve last die dit zou opleveren voor kleinere bedrijven. Zij kunnen bijvoorbeeld werken met een vertrouwenspersoon op brancheniveau of via de arbodienst. Dit gebeurt nu al bij De Landelijke Huisartsen Vereniging, de Beveiligingsbranche, kennisinstituut Arbo van de agrarische sector en Volandis. De VVD wilde een uitzondering voor bedrijven met minder dan 25 mensen in dienst, maar dat amendement werd niet aangenomen.
Stemt de BBB straks tegen?
Het wetsvoorstel is nu door de Tweede Kamer aanvaard. Maar het is de vraag of de Eerste Kamer ook met het plan instemt, want de voorstemmers hebben in de nieuwe bezetting van de senaat geen meerderheid. Bijvoorbeeld de BoerBurgerBeweging (BBB) is tegen, dus wat als alle BBB Eerste Kamerleden tegen gaan stemmen?
Kwart medewerkers mist aanspreekpunt ongewenst gedrag
Het aantal medewerkers dat te maken krijgt met ongewenst gedrag op de werkvloer ligt al jaren rond de 16 procent. Volgens cijfers van de Arbeidsinspectie gaat het om ruim 1,2 miljoen mensen. Daarbij geeft meer dan een kwart aan dat er op het werk niemand is die ze daarover kunnen aanspreken. Of dat ze niet weten bij wie ze daarvoor moeten zijn. Niet vreemd, want op dit moment heeft slechts de helft van de organisaties in Nederland een vertrouwenspersoon. Terwijl een vertrouwenspersoon aantoonbaar helpt bij het terugdringen van ongewenste omgangsvormen op de werkvloer. En daarmee bijdraagt aan een veilige werkomgeving voor alle werknemers.
Wijziging Arbowet voor verplichte vertrouwenspersoon
Het door de Tweede kamer aangenomen wetsvoorstel stelt de vertrouwenspersoon in iedere organisatie met 10 werknemers of meer verplicht. Iedere werknemer krijgt een wettelijk recht op toegang tot die verplichte vertrouwenspersoon. Daarvoor wordt een artikel toegevoegd aan de Arbeidsomstandighedenwet.
Het doel van het wetsvoorstel is ook om de positie van de vertrouwenspersoon in de organisatie te versterken. Zo stelt het wetsvoorstel eisen aan de basistaken van de vertrouwenspersoon. Denk daarbij aan:
- het opvangen, begeleiden en adviseren van de werknemer en zo nodig
- doorverwijzen naar een professionele hulpverlenende instantie of hulpverlener;
- het zo nodig inschakelen van een deskundige of bemiddelaar bij conflicten die verband houden met ongewenste omgangsvormen;
- het adviseren over en behulpzaam zijn bij eventueel verder te nemen stappen door de werknemer en verlenen van nazorg;
- het signaleren van knelpunten in de uitvoering van het beleid, het
- verstrekken van inlichtingen over de mogelijkheden tot voorkoming en bestrijding van ongewenste omgangsvormen;
- het geven van gevraagd of ongevraagd advies aan de werkgever ter zake van bedoelde ongewenste omgangsvormen;
- het geven van voorlichting ter zake van ongewenste omgangsvormen en informatie over de inhoud van de functie van de vertrouwenspersoon en diens bereikbaarheid; en
- het jaarlijks uitbrengen van een verslag van bevindingen aan de werkgever en de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.
Ontslagbescherming
Ook moet de ondernemingsraad instemmen met de keuze en positionering van de vertrouwenspersoon en is de verplichte vertrouwenspersoon wettelijk beschermd tegen ontslag.
Verplichte vertrouwenspersoon kost werkgevers ook geld
Het wetsvoorstel regelt dat de vertrouwenspersoon voldoende deskundigheid en ervaring heeft en geheimhoudingsplicht. De werkgever moet de vertrouwelijkheid van de vertrouwenspersoon garanderen, onder meer door een beveiligde werkomgeving. Verder ziet hij erop toe dat de vertrouwenspersoon onafhankelijk en zelfstandig zijn functie kan uitvoeren.
Het wetsvoorstel voor een verplichte vertrouwenspersoon raakt werkgevers in de portemonnee. Want hebben zij nog geen vertrouwenspersoon, dan moeten ze er een aanstellen. Bij werkgevers die er al wel een hebben, voldoet de vertrouwenspersoon misschien nog niet geheel aan de wettelijke vereisten. In dat laatste geval moet de werkgever wellicht kosten maken voor scholing.
Evaluatie en kwaliteitseisen
Eerst moet de Eerste kamer het voorstel dus nog accorderen. Verder is het de bedoeling dat het wetsvoorstel over enkele jaren wordt geëvalueerd. Daarna kunnen kleine bedrijven alsnog verplicht worden om mee te doen als dat nodig blijkt. Minister van Gennip komt eind van dit jaar met regels voor een erkende opleiding en nascholing van vertrouwenspersonen.
Bronnen: tweedekamer.nl, www.nos.nl, lvvv.nl; oorspronkelijk artikel maart 2023, update 23 mei 2023.