Van veiligheid naar veiligheidskunde, tijdreis door ontwikkeling van veiligheid

Hoe ontstaan ongevallen en rampen? Hoe heeft de kennis daarover zich ontwikkeld? Maak met het boek Van veiligheid naar veiligheidskunde een tijdreis door de ontwikkeling van de veiligheid en lees het verhaal over ongevallen en hun preventie.

Van veiligheid naar veiligheidskunde, tijdreis door ontwikkeling van veiligheid

Van veiligheid naar veiligheidskunde beschrijft in 8 hoofdstukken de ontwikkeling in de veiligheid in de vorm van een reis door de tijd. Uitgangspunt is het centrale thema ongevallen en hoe die te voorkomen.

Op grond van een zeer groot aantal internationale bronnen, voornamelijk afkomstig uit Nederland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika, wordt de geschiedenis van en de kennisontwikkeling in zowel de wetenschap als het empirische vakgebied geschetst. Denkbeelden, modellen, methoden en theorieën over de oorzaken van ongevallen en over hoe die te voorkomen, komen uitgebreid aan de orde.

Ter afsluiting geeft het boek een overzicht van de ernstige ongevallen in de olie- en procesindustrie in de periode 1979-1990, een overzicht van kennisontwikkelingen en algemene managementstromingen in de periode 1844-2010, een overzicht van majeure ongevallen in high-tech-high-hazard sectoren (luchtvaart, transport, procesindustrie, up-downstream, nucleair) in de periode 1990-2010, referenties en een register.

Van veiligheid naar veiligheidskunde is fraai vormgegeven en rijkelijk geïllustreerd met tabellen, figuren en foto’s. De vlotte en onderhoudende schrijfstijl maakt het boek zeer toegankelijk en leesbaar.

Aanleiding

Als voorganger en inspiratiebron voor dit boek kan het boek “Kroniek van de Nederlandse Veiligheid; van kinderarbeid en wassend water tot ontploffend vuurwerk” (Walter Zwaard; 2007; in opdracht van de Stichting Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde (PHOV); Syntax Media, Arnhem; ISBN 978-90-774-2352-3) worden beschouwd.

Bij de auteurs leefde de behoefte om op basis hiervan de geschiedenis en de ontwikkelingen in de wetenschap en het vakgebied internationaal te beschrijven en de achterliggende gedachten, modellen, methoden en theorieën uitgebreider te kunnen behandelen en verder de uitgebreid voorhanden empirie te duiden aan de hand van de wetenschappelijke inzichten. Onderdelen van het boek verschenen eerder als een aantal artikelen in het Tijdschrift voor Toegepaste Arbowetenschap in de periode 2009-2017 .

Spectaculaire verandering in aanpak van (on)veiligheid

Het lezen van Van veiligheid naar veiligheidskunde is als een tijdreis van de 19e tot de 21ste eeuw en geeft een goed inzicht in de weliswaar geleidelijke, maar al met al toch spectaculaire verandering in de aanpak van de (on)veiligheid.

Wanneer men een tijdreiziger zou overzetten van de dickensiaanse werk- en leefomstandigheden in de 19e eeuw naar de huidige veiligheidssituatie, zou het hem direct opvallen dat er ondertussen enorme verbeteringen zijn bereikt. En dat die hebben geleid tot een spectaculaire daling van het aantal ongevallen in alle sectoren van de samenleving.

Daarnaast zou hij zich waarschijnlijk enorm verbazen over onze huidige perceptie van de situatie. Want die heeft geen gelijke tred gehouden met de bereikte verbeteringen. Onze risicoperceptie wordt door alle technologische ontwikkelingen en berichten in de pers en in de sociale media gevoed door een beeld van een zeer risicovolle maatschappij.

Periode 1800 - 1970

De eerste 4 hoofdstukken van Van veiligheid naar veiligheidskunde beschrijven de ontwikkelingen van de 19e eeuw tot ca. 1970. Aan de orde komen onder andere de industriële revolutie, de opkomst van de stoommachine, de voortschrijdende mechanisatie, kinderarbeid, de eerste sociale wetgeving, de brokkenmakerstheorie, veiligheidstechniek, ongevalsmodellen, de Dominostenentheorie van Heinrich, het managen van veiligheid, de industriële schaalvergroting, de opkomst van de ergonomie, van de aandacht voor preventie en van het risicobegrip. De begrippen reliability engineering, loss prevention en veiligheidsanalysemethoden doen hun intrede.

Periode 1970 - 1990

De periode 1970-1990 wordt beschreven in hoofdstuk 5, dat zich met name richt op de toenemende aandacht voor de organisatorische en management aspecten van de veiligheid en in hoofdstuk 6, dat zich met name richt op de ontwikkeling van modellen en theorieën in de high-tech-high-hazard sectoren en op de inburgering van het risicobegrip.

Aan de orde komen de invloed van gedrag op de veiligheid, de menselijke fout, humanisering van de arbeid, ongevalsepidemiologie, kwaliteitsmanagement, de theorieën van Mintzberg, audits, majeure ongevallen, inherente veiligheid, kwantitatieve risicoanalyse, procesveiligheid, de theorieën van Rasmussen, de Tripod-methode, high-reliability organisaties, de bijdragen van Kletz en een aantal ongevalscases worden beschreven (Flixborough, Seveso, Three Mile Island, Bhopal, Mexico City, PiperAlpha, Clapham Junction).

Periode 1990-2010

De hoofdstukken 7 en 8 bestrijken de periode 1990-2010. In hoofdstuk 7 (dat zich richt op het Arbo-thema) komen veiligheidsmanagementsystemen, het Tripod-model, het vlinderdasmodel, de bowtie, de organisatiecultuur en de RI&E aan de orde. Hoofdstuk 8 richt zich net als hoofdstuk 6 weer op de high-tech-high-hazard sector en wordt gedomineerd door het begrip veiligheidscultuur. Aan de orde komen de theorieën van Reason, Rasmussen en Hopkins, domino-effecten, de gekleurde boeken, LOPA-analyse, et cetera. Ook de ongevallen met het ruimteveer Challenger en de ramp van Deepwater Horizon worden beschreven.

Wetenschap of professie?

Wat uit het boek duidelijk naar voren komt, is dat na circa 150 jaar kennisontwikkeling in de veiligheidskunde – voornamelijk voortgekomen uit de empirie en uit de beoefening van de professie, die zich uit in vele theorieën, modellen, methoden en metaforen – de wetenschappelijke validatie van dit alles nog geen vaste grond onder de voeten heeft.

De auteurs noemen dit een pseudowetenschappelijke status. Het terrein heeft nog geen algemeen aanvaarde paradigma’s. Wetenschap en professie hebben hun eigen dynamiek. De auteurs vatten dit samen met het zinnetje “tobben tussen denken en doen”. Zij bepleiten daarom een nauwere samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid en wetenschappelijke instituten.

Omissies

Alle beschrijvingen en ook alle bijgaande tabellen eindigen in het jaar 2010. Over waarom de jaren 2011-2018 niet in het boek worden meegenomen worden geen verklaringen gegeven.

Een belangrijk onderdeel van de ontwikkelingen in de veiligheidskunde, namelijk de rol van de overheid ten aanzien van beleid, wetgeving, uitvoering, toezicht en handhaving, komt in het boek wel zeer beknopt aan de orde. De invloed hiervan op de ontwikkelingen en de invloed van de vermeerderde kennis op het gedrag van de overheid en op de wetgeving komt er hierdoor erg karig vanaf. De auteurs vermelden dat dit berust op een bewuste keuze, aangezien dit in andere publicaties al uitgebreid aan de orde komt. Toch had meer aandacht hiervoor ook in dit boek niet misstaan.

Conclusie

Van veiligheid naar veiligheidskunde is zeker een aanrader. Dit boek zou bij iedere veiligheidskundige of andere personen die bij de overheid, in het bedrijfsleven of bij wetenschappelijke instituten werkzaam zijn en met het veiligheidsterrein bezig zijn tot de standaarduitrusting moeten behoren.

Het geeft inzicht in de ontwikkelingen, de oorsprong en het ontstaan van bepaalde theorieën, modellen en methoden (en wat ze wel en niet kunnen) en dient dus goed als naslagwerk. Door de uitgebreide referenties met artikelen, boeken en oorspronkelijke bronnen kan de lezer desgewenst daarna een verdiepingsslag maken.

Rob in 't Veld | van 2003 tot 2007 directeur van de Directie Major Hazards (MHC) van de Arbeidsinspectie en sinds 2018 promovendus aan de Universiteit Leiden.